Omgevingsdiensten --> Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's)
De verplichte komst van regionale omgevingsdiensten komt voort uit een institutionele herziening van de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht.
Op 10 juli 2008 is het document De tijd is rijp (Commissie Mans, 2008) aan de destijds minister van VROM aangeboden. In dit document wordt aanbevolen dat het tijd is voor onder andere de verplichte invoering van de regionalen uitvoeringsdiensten (RUD’s) voor de uitvoering van handhavingstaken omtrent milieu. Het kabinet heeft de aanbevelingen van commissie Mans in grote lijnen overgenomen en verder nog de uitvoering van het omgevingsrecht toegevoegd. De RUD’s zijn begin 2014 grotendeels actief geworden.
De RUD is een organisatie van samenwerkende gemeenten, provincies en waterschappen die namens deze partijen het toezicht op de milieuregelgeving uitvoert en eventuele sancties voorbereid. De regionale uitvoeringsdienst neemt géén bevoegdheden van deze partijen over en wordt ook niet het loket voor de aanvraag van vergunningen. Volgens het advies van de commissie Mans zou er per politieregio één regionale uitvoeringsdienst moeten komen, 25 in totaal. In feite is de voorgestelde regionale uitvoeringsdienst een doorontwikkeling van de her en der in het land aanwezige structurele handhavingssamenwerking milieuregelgeving. Met een aantal in het oog springende verschillen: de regionale uitvoeringsdienst wordt verplicht en geldt voor alle VROM regelgeving. In enkele regio's wordt afgeweken van de schaal van de veiligheidsregio wat resulteert in de toevoeging van 3 extra RUD’s en is het minimum takenpakket van de regionale uitvoeringsdiensten beperkt tot de zogenaamde basistaken (vergunningverlening, toezicht en handhaving van met name bodem, asbest en milieutaken).
Hoe heeft de komst van de RUD’s de situatie omtrent milieuklachten veranderd?
Om deze situatie goed te begrijpen is het belangrijk om te weten hoe de situatie was voor de komst van de RUD’s. Vóór 1 januari 2014 was er een speciale regeling voor Wm-inrichtingen die voor de invoering van de Wabo onder het bevoegd gezag van de provincie vielen. Er was onder andere sprake van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) door de provincie, een gedeelde handhavingsbevoegdheid en een speciale regeling voor afvalstoffenbedrijven met een omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Al deze speciale constructies zijn komen te vervallen per 1 januari 2014. Zelfs voordat de provincie zaken omtrent milieu behandelde, waren de zogenaamde milieudiensten actief. Een milieudienst was volgens "Overlast aanpakken" een afdeling in de gemeente die verantwoordelijk was voor het milieu.
Zoals hierboven beschreven zullen de RUD’s verantwoordelijk zijn voor de VTH-taken (Vergunning, Toezicht en Handhaving). Dit betekent dat de RUD’s ook milieuklachten op zich nemen. Waar milieuklachten voorheen nog verdeeld werden tussen gemeente en provincie, zullen nu alleen RUD’s nog verantwoordelijk zijn voor het afhandelen van milieuklachten die gaan over inrichtingen volgens de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht).