Menu

Milieuwetgeving

Milieuwetten zijn niet nieuw. Al in de Middeleeuwen was het in de meeste steden verboden om afval te storten in de grachten. Vooral de nachtelijke overtreders van dit verbod stond een zware straf te wachten.
Regelgeving was nodig om de inwoners van de stad te beschermen tegen onhygiënische toestanden en ziektes. Ook veel van onze huidige milieuwetten zijn ingevoerd om de hinder, die mensen van milieuvervuilende activiteiten ondervinden, zoveel mogelijk te beperken.
Ons rechtstelsel biedt verschillende wegen om overlastsituaties tegen te gaan: de bestuursrechtelijke procedure, de civielrechtelijke procedure of de strafrechtprocedure. De voornaamste route is die via het bestuursrecht.

De milieuregels staan meestal in het zogenaamde Activiteitenbesluit en/of in de omgevingsvergunning milieu. Naast het Activiteitenbesluit en de omgevingsvergunning kunnen voor sommige bedrijven ook nog andere milieuregels gelden.

Het Activiteitenbesluit 
In het Activiteitenbesluit staan milieuregels, vooral voor bedrijven. Alle bedrijven in Nederland vallen onder het Activiteitenbesluit, behalve als ze geen 'inrichting' zijn.

Volgens de Wet milieubeheer (Wm) is iets een inrichting als het alle volgende eigenschappen heeft:
- het is een bedrijf of iets wat de omvang van een bedrijf heeft;
- de activiteit is op één plek, niet op meerdere:
- de activiteit duurt ten minste zes maanden of keert regelmatig terug op dezelfde plek:
- de activiteit staat in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht. 

Niet elk bedrijf is een inrichting. Veel winkels bijvoorbeeld niet.

In het Activiteitenbesluit staan regels per soort milieubelastende activiteit (bijvoorbeeld metaalbewerking) en per soort milieubelasting (bijvoorbeeld geluid). Het Activiteitenbesluit kent verschillende regels voor verschillende typen inrichting. Het Activiteitenbesluit maakt een onderscheid tussen inrichting type A, B en C.

Type A
Inrichtingen type A zijn inrichtingen die minder milieubelastende activiteiten uitvoeren, zoals veel kantoor- en schoolgebouwen. Ze hoeven bij de oprichting of een wijziging geen melding te doen aan het bevoegd gezag. Ook hebben ze geen omgevingsvergunning milieu nodig. Ze vallen volledig onder het Activiteitenbesluit. Los van het Activiteitenbesluit kunnen ook andere milieuregels gelden.

Type B
Inrichtingen type B zijn inrichtingen die bij de oprichting of een wijziging een melding moeten doen aan het bevoegd gezag. Ze hebben geen omgevingsvergunning milieu nodig. Soms hebben ze een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig. Ze vallen volledig onder het Activiteitenbesluit. Los van het Activiteitenbesluit kunnen ook andere milieuregels gelden. Voorbeelden van type B inrichtingen zijn garagebedrijven, metaalbewerkende bedrijven en jachthavens.

Type C
Inrichtingen type C zijn inrichtingen die een omgevingsvergunning milieu nodig hebben. Ze moeten een melding Activiteitenbesluit doen voor activiteiten waarop hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is. Voor die activiteiten hoeven dan geen voorschriften in de vergunning te staan. Soms hebben inrichtingen type C ook een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig.
(bron: infomil.nl) 

De Wm is op 1 maart 1993 ingegaan. Het is een kader- of raamwet: het bevat de algemene regels voor het milieubeheer. Meer specifieke regels worden uitgewerkt in besluiten (algemene maatregelen van bestuur of AMvB's) en ministeriële regelingen.

Nog niet alle milieuwetten zijn in de Wm ondergebracht. De belangrijkste 'losse' wetten zijn de Wet Geluidhinder, de Waterwet, de Wet bodembescherming en de Meststoffenwet. Deze wetten zullen net zoals de Wm opgenomen worden in de Omgevingswet.

 



Ervaart u overlast?

Melding doorgeven  

Cookies: deze site gebruikt cookietechniek. Als u doorgaat zijn wij van mening dat u het gebruik ervan accepteert.  Accept  Meer informatie