Ruimte is schaars in Nederland. Landbouw, woningbouw, wegen, natuur en recreatiegebieden, ze nemen allemaal grond in beslag. Bij de verdeling van de beschikbare ruimte kunnen verschillende belangen botsen. Zo kan het voorkomen dat projectontwikkelaars graag willen bouwen in een gebied dat natuurbeschermers voor planten en dieren willen reserveren. Hoe de afweging van deze belangen dient te gebeuren is geregeld in de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). Daarin staan de procedures die gevolgd moeten worden op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. De gemeente legt in een bestemmingsplan vast waarvoor haar grondgebied gebruikt mag worden. Bijvoorbeeld voor woningbouw, openbare gebouwen, winkels, industrie, wegen, landbouw, groenvoorziening of natuurgebied. Bij het vaststellen van een bestemmingsplan zijn veel mogelijkheden tot inspraak en rechtsbescherming ingebouwd. Want als grond eenmaal een bepaalde bestemming heeft gekregen, dan mag deze niet zomaar ergens anders voor worden gebruikt. Iedereen (gemeente, burgers en bedrijven) moet zich aan het bestemmingsplan houden. Om de bestemming van een stuk grond te veranderen is wijziging van het bestemmingsplan nodig. Overigens is het in stedelijk gebied niet verplicht om een bestemmingsplan te maken, maar het gebeurt in de regel wel.
Plankaarten, planvoorschriften en toelichting
Elk bestemmingsplan bestaat uit drie delen; de plankaarten, de planvoorschriften en de toelichting. Het is niet gemakkelijk een bestemmingsplan te lezen, het staat boordevol ambtelijke taal. De plankaarten en planvoorschriften zijn bindend, de toelichting niet. “Bindend' betekent dat je je erop kunt beroepen, bijvoorbeeld bij de politie of voor de rechter. In de toelichting motiveert de gemeente de gemaakte keuzes. Om plankaarten en planvoorschriften te kunnen begrijpen is het verstandig eerst de toelichting te lezen.
Verkeerd gebruik van de ruimte
Als u ziet dat een bepaalde ruimte gebruikt wordt op een wijze waarvan u vermoedt dat het in strijd is met het bestemmingsplan, dan kunt u bij de gemeente controleren wat er in het bestaande bestemmingsplan over de desbetreffende ruimte staat. U kunt hierbij denken aan een stoep die gebruikt wordt als terras of een voetbalveld dat gebruikt wordt als parkeer terrein. Is het gebruik van de ruimte in strijd met het bestemmingsplan, dan wordt het bestemmingsplan overtreden. U kunt dit onder de aandacht brengen van de gemeente, de politie of de (milieu)-officier van justitie. Gaan zij niet tot actie over, dan kunt u een verzoek tot handhaving indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders of in - steden met stadsdelen - bij het dagelijkse bestuur van de stadsdeelraad. Wijzen zij het verzoek af, dan kunt u daartegen bezwaar maken en eventueel beroep instellen bij de rechter.
Bezwaar maken tegen een bestemmingsplan
Bestemmingsplannen liggen niet voor eeuwig vast. Als bestaande plannen worden gewijzigd of nieuwe worden vastgesteld, blijkt niet zelden dat de belangen van de gemeente botsen met uw belangen of die van de buurt. Dat leuke weilandje achter uw huis blijkt plotseling aangewezen als bedrijventerrein, met alle overlast vandien. Een rustige woonbuurt verandert in een drukke door de komst van een kantorencomplex. Er is een weg gepland in uw achtertuin.
Bij het vaststellen van bestemmingsplannen of wijziging daarvan kunt u bezwaar maken en beroep aantekenen. De regels van bezwaar en beroep zijn gebaseerd op de Algemene Wet Bestuur recht. De Wet Ruimtelijke Ordening spreekt overigens niet over ‘bezwaren', maar over ‘zienswijzen’ en ‘bedenkingen'.